3 vragen aan een gezondheidsverbeteraar Annemarie van Bellegem
Annemarie stond als kinderarts Sociale Pediatrie aan de wieg van First EET kit: een online platform voor eerste hulp bij eetstoornissen. We vroegen haar naar het verschil dat het platform maakt, hoe ze positief blijft en naar de toekomst kijkt. Van First EET kit, en nou ja, de wereld.
Welk verschil wil je maken?
‘Als je zoekt naar informatie over eetstoornissen, vond je altijd een zee van drama. Vanuit de spreekkamer merkten we dat ouders en professionals behoefte hadden aan betrouwbare informatie. Wij wilden dat het serieus was, maar ook hoop uitstraalde. Absoluut geen website met uitgemergelde mensen en andere triggers. De doelgroep was heel divers, dat maakte het ingewikkeld. De een wil tot het naadje gaan, de ander komt meer voor de quick fix. Ik merkte dat design daarin een belangrijke rol speelde: daarmee haal je mensen binnen en coach je hen er rustig doorheen.’
Hoe kijk je naar de toekomst?
‘Voor First EET kit zie ik nog een meer interactief platform voor me, dat je echt meegenomen wordt in een experience. Ik denk dan meteen aan Dokter Bibber: je klikt op een orgaan waarna er meer wordt verteld. Dat maakt het speels. In de psycho-educatie wordt er al met VR en augmented reality gewerkt, we laten mensen bijvoorbeeld ervaren hoe het is om drugsverslaafd te zijn. Zoiets kan ook goed werken met eetstoornissen. Ik ben dus overtuigd van digitaal design, maar maak me ook zorgen. En dan vooral om de invloed van sociale media. Die maken op een slimme manier gebruik van hoe ons brein werkt, de beloningssystemen snappen we te goed, waardoor we mensen makkelijk kunnen overtuigen. Dat geeft macht, en dat is eng. Ik zoek nog naar een gezonde balans tussen het inzetten van dingen die werken en het blijven ontwikkelen op een nieuw vlak.’
Hoe blijf je positief?
‘Ik merk dat ik af en toe verbitterd ben over het zorgstelsel en de trage innovatie. Maar toen zei iemand: ‘Zie het als een file, als jij met je auto de file inrijdt, ben je er onderdeel van.’ Dus nu probeer ik altijd te kijken wat ik zelf kan doen en daar de juiste mensen bij te zoeken. Dat kan ook op microniveau, in patiëntencontact bijvoorbeeld. Word in ieder geval geen zure pruim. Kinderen blijven ook een grote inspiratie. Vroeger wilde ik dierenarts worden, maar eigenlijk zit ze er niet zover vanaf. Zowel dieren als kinderen zijn rauw en puur. Dat vind ik prettig qua communicatie.’