Zo doet Sarah dat: inclusief digital design
Een echte handleiding is er niet voor inclusief digital design. Want gaat dat dan over beeldgebruik of over je lettergrootte? Of allebei? De profs zijn er nog niet over uit. Maar onze digital designer Sarah is de moeilijkste niet en deelt haar tips.
20 september 20236 tips van onze digital designer
1: Contrast
‘Genoeg contrast is voor mij een absolute vereiste. Als er voldoende contrast is met de achtergrond, leest dat voor iedereen prettiger - en niet alleen voor mensen met een beperking. Sommige websites hebben een ‘hoog contrast’-knop, die kun je dan aanzetten als je het nodig hebt. Maar ik zie dat meer als een fix. Probeer te voorkomen dat zo’n knop nodig is, je wilt mensen niet laten voelen dat ze iets extra’s nodig hebben. Je wilt er juist voor zorgen dat iedereen de website gewoon kan gebruiken zoals die bedoeld is. De internationale richtlijnen voor contrast vind je in de WCAG (Web Content Accessibility Guidelines).'
2: Lettertypes
'Het lettertype moet vanzelfsprekend leesbaar zijn. Je hebt lettertypes die voor mensen met dyslexie makkelijker leesbaar zijn. De juiste lettertypegrootte is daarnaast ook belangrijk. De basis voor bodytekst is 16 pixels. Kleiner is gewoon niet leesbaar. Punt.'
3: Knoppen
'En in het verlengde daarvan: let op knopgroottes. Voor online gebruik ik knoppen van minimaal 48 pixels groot - dat is je duim. Die 48 pixels zijn ook fijn voor mensen met een andere motoriek. Natuurlijk is groter ook een optie: toen ik een website designde voor kinderen, koos ik bewust voor knoppen met 60 pixels.'
4: Iconen
'Iconen gebruik ik vaak. Maar dan zie ik ze wel als iets ondersteunends. Iconen staan niet op zichzelf en zijn zonder context niet voor iedereen duidelijk. Voeg daarom dus altijd iets toe. Bijvoorbeeld een hover-effect met uitleg, of door simpelweg de tekst ‘menu’ naast het hamburgericoon te plaatsen in het menu.'
5: Foto's en illustraties
'Foto’s en illustraties vind ik ook onderdeel van inclusief visual design. Dat die representatief moeten zijn (en dus verschillende mensen laten zien) lijkt me vanzelfsprekend. Toen we een website designden voor mensen met een eetstoornis, maakten we illustraties waarin geen schouders zaten. Schouders waren namelijk een trigger. Dat je doelgroep zich op haar gemak voelt op je website, vind ik óók een vorm van inclusiviteit.'
6: Doelgroep
'De beste tip is dus eigenlijk om je doelgroep goed te kennen. Er is geen one-size-fits-all solution wat betreft visual design. Of je nu voor ouderen, kinderen of mensen met epilepsie designt: het is allemaal zó anders. Onderzoek (én test) dus vooral waar jouw doelgroep bij gebaat is. Wil je toch een soort van checklijstje? Op a11yproject.com vind ik altijd veel inspiratie en tips.’
